De eigenaren

De eerst bekende eigenaar van de Kallenbroekermolen is de Ridderorde van St. Jan, ook wel de Orde van Malta of Maltezers genoemd. In die tijd (tussen 1300-1400) was de molen een onderdeel van de toen nog zelfstandige Commanderij “Hof te Kallebroeck” welke al in 1383 bestond met een zekere Heer Winolt als Bevelhebber.
De molen moet er al voor 1389 gestaan hebben wat blijkt uit een brief van de Commandeur over het Hof van Kallenbroek waar de molen toe behoorde.
Het Hof te Kallenbroek en zijn boerderijen en molen worden in 1403 toegevoegd aan de goederen Commanderij Sint Jansdal van s Heeren Loo te Ermelo welke ook viel onze de ridderorde van St. Jan.

De eigenaar van de Kallenbroeker molen (De Orde van St. Jan) behoefde eertijds geen windrecht te betalen aan de hertog en was een zgn. een vrije molen. De hertogen van Gelre en het Sticht van Utrecht (Bisdom Utrecht) hieven dus geen windbelasting op deze molen.
Van begin 1500 is bekend dat ene Reyntke (ook wel Reinoud) de molen van de Ridderorde pachtte. En begin 1600 is bekend, dat Jan Janszen de molenaar (pachter) was.
Hij werd uiteindelijk opgevolgd door de familie Gerritsen, waarvan Harmen in 1736 overleed. Zijn graf is nog te vinden onder de banken van de Oude Kerk in Barneveld. Tot 1736 werd de molen aan verschillende molenaars verpacht. In dat jaar kocht de pachter Hermen Gerritsen Keyser, voor 2410 guldens, de molen. Sinds de molen aan particulieren behoorde, gold als enige verplichting dat elk jaar aan de Pastorie van Barneveld vier schepels rogge afgedragen moesten worden.

Lees meer

terug